NYLON Filament :
Nylon is de triviale naam voor een groep synthetische polymeren, die tot de groep van polyamiden behoren. Op de productie van seriële polymeren werd op 2 januari 1935 patent aangevraagd door Wallace Carothers[1] van het chemische bedrijf DuPont. De belangrijkste nylonsoort wordt sinds 1938 verkocht. Nylon kent vele toepassingen: van panty tot kunstgewricht en van muurplug tot klimtouw. Nylon was de eerste commercieel succesvolle polymeer en is heden ten dage niet meer weg te denken in onze maatschappij.
Toepassingen
Nylon werd ontwikkeld als synthetische vervanger van zijde. Door schaarste aan zijden stoffen in de Tweede Wereldoorlog werden deze vervangen door nylonstoffen, onder andere in parachutes. Later werd nylon ook gebruikt als goedkope en lichtgewicht vervanger van metaal in apparaten, machines en werktuigen.
Nylon is het bekendst van textiel: naast de bekende nylonkousen en -panty's bijvoorbeeld jassen, leggings en lingerie. Andere toepassingen zijn tie-wraps, tandenborstels, vloerbedekking, klittenband, horrengaas, visnetten en bevestigingsmiddelen.
Gevlochten nylonkoorden en kabels bestaan in verschillende diktes. Ze worden gebruikt als flosdraad, hondenriem, in de vlaggenmast, om de luxaflex te bedienen, in de klimsport, als sleepkabel, maar ook om zeeschepen aan te meren. Monofilament is draad dat bestaat uit één enkele vezel: nylon monofilament wordt gebruikt voor onder andere vislijn, hechtdraad, pruiken, trimmerdraad, trekveren en snaren voor muziekinstrumenten en rackets.
In de techniek wordt meestal glas- of mineraalgevuld nylon gebruikt. Voorbeelden zijn tandwielen in printers en kopieermachines, en allerlei andere kleine onderdelen als hefboompjes en palletjes. In de autonijverheid wordt veel glasgevuld nylon ingezet om metaal te vervangen. De voordelen zijn daar voornamelijk de grote gewichtsbesparing en eenvoudiger manier van fabricatie (spuitgieten), wat op een sterke kostenreductie neerkomt.